De Binnenwereld
Tekst en muziek: Elly Nieman

Laat me weer kind zijn en op kleine roze voeten,
Door groene weiden gaan en wonderen ontmoeten,
Waarvan ik later leerde dat ze niet bestaan.
Laat me weer kind zijn met de dromen,
Die ik moeiteloos verzon,
Terwijl ik speelde op het stoepje met mijn beer,
En verlangde naar een snoepje en niets meer.
Toen ik nog dromen kon.

Laat me weer kind zijn en met grote blauwe ogen,
Achter de wereld zien langs gouden regenbogen,
En nog geloven in een wonderlijk misschien.
Laat me weer dansen langs de wolken,
Aan een kleurige ballon.
Laat me weer glijden als een sneeuwvlok op zijn vlucht.
Toen ik kon praten met de vogels in de lucht.
Toen ik nog vliegen kon.

Laat me 't kind zijn dat met handen van verlangen,
Onder de bomen stond om bladeren te vangen,
En zo vertrouwd was met de geuren van de grond.
Laat me het kind zijn dat verdriet had,
Om het scheiden van de zon.
Want voor mijn tranen was er toen nog plaats genoeg.
Toen ik het masker van een glimlach nog niet droeg.
Toen ik nog huilen kon

Staat op: Een Ander Land, Luchtballon